School #NT2school
de puzzel - пазл
puzzelen - собирать пазл
zingen [zong, zongen, gezongen] - петь
de gieter - лейка
water geven [gaf, gaven, gegeven] - поливать
de plant - растение
goed (= juist, correct) - хорошо
fout (bv.: dat antwoord is fout!) - неверно
nadenken [dacht ... na, dachten ... na, nagedacht] - подумать / обдумать
zitten [zat, zaten, gezeten] - сидеть